Kortsluiting
Lente. Een frisgroene bries waait door de tuin. Bert zit op een bank in de tuin en kijkt humeurig voor zich uit. Hij houdt niet van lente. Herfst tot daar aan toe, met een flinke storm en wat rondvliegende dakpannen. Hij weet het niet altijd zo goed meer. Dementie begint zich een gat te vreten in zijn hersens, maar hij geeft niet toe.
Is het zijn humeur? Is de wereld echt rot? De mensen rondom hem, houden zij hem voor de zot? Is er een complot? Kan Leen hem nog graag zien? Want ze is moe en wil rust. Zij heeft ook haar dromen, haar leven. Het leven heeft haar geleerd geduldig te zijn, maar zeker ook haar mannetje te staan. Dochter Julie heeft die begrippen nog niet echt onder de knie. Na amper vier maanden huwelijk is er al twijfel geslopen in haar relatie. Papa leeft meer en meer in zijn eigen wereld en kan niet helpen. Julie gaat liever met hem mee in zijn wereld. Dat is makkelijker. En dan is er nog buurvrouw Astrid. Een beetje jonger dan Bert en Leen, gezegend met een mooi, gezond en actief lichaam. Zij houdt van het leven, van mensen. Ze vertroetelt graag en vertoeft graag in gezelschap. Vier mensen verbonden door het leven, de tuin, de klusjesman. Relaties worden inniger uit passie, groeien uit elkaar door aftakeling, komen samen door toeval. Waar gaan ze staan na de zomer? Hoe vergaat het hen als de bladeren van de bomen vallen. Het is herfst!