Het Goudland
Hendrik Conscience schreef zijn roman Het Goudland in 1862. In zijn verhaal laten de Vlaamse goudzoekers er geen gras over groeien.
In 1849 al trekken zij op pad om in het verre Amerika hun "geluk" te gaan beproeven. Eerst ziet het ernaar uit dat het geluk hen toelacht. Maar dan komen de tegenslagen en keren de kansen. Haast en spoed is zelden goed, maar een Vlaming zou geen Vlaming zijn als hij in alle ellende ook niet zou zorgen voor komische en hilarische momenten: dromen van rijkdom is ook al iets en als we ernaast grijpen, kunnen we er nog om lachen ook. Conscience brengt een geestige kijk op de vele Vlamingen die naar de Nieuwe Wereld trokken om goud te zoeken maar doffe ellende vonden.
In 1966 heeft Hugo Claus van Consciences ietwat sentimentele roman een persiflage gemaakt onder de vorm van een toneelstuk. Eigenlijk is Claus’ Het Goudland meer een revue met een aaneenschakeling van anekdotes, verhalen, droeve en plezierige lotgevallen van verblinde Vlaamse goudzoekers. Claus heeft er een spektakelstuk van gemaakt met satire en groteske en kritische beschrijvingen als belangrijkste elementen. Voor Claus was het een gedroomde gelegenheid om de Vlaming van zijn minder fraaie kant te laten zien. Dit was kenmerkend voor het werk dat hij in de jaren zestig publiceerde.