De Revisor
Een jonge ambitieuze ambtenaar, die door geldgebrek in een afgelegen provinciestadje strandt, wordt met open armen ontvangen en in de watten gelegd door de locale functionarissen. Zij verwachtten immers bezoek van een revisor die van regeringswege de financies zou komen controleren, en komen tot het besluit dat hij de functionaris moet zijn, incognito. Zelf levend van steekpenningen, overladen ze de revisor met geld en geschenken, in de hoop dat hij hun foutjes door de vingers wil zien.
In een orgie van lachwekkende episodes legt Gogol de angsten en de corruptie van deze provincialen bloot. Eén voor één zien we ze verschijnen: het timide schoolhoofd, de luie rechter, de snuffelende postmeester, de onwetende districtsgeneesheer, de domme maar brutale politiechef, en vele anderen. In De Revisor defileren de kleine kanten van onze samenleving.
Gogol bekijkt de mensen als door een microscoop, dissecteert ze en toont hoe paradoksaal, paranoïide en onberekenbaar ze zijn. Toch klinkt doorheen de bittere satire ook sympathie. De personages zijn gekken en schelmen, maar het blijven onze medemensen.
Geef de spiegel de schuld niet, als je een scheve smoel ziet, gaf Gogol De Revisor als motto mee.